Pagina overzicht
Gebed
Kariem Maas
Iedereen heeft wel eens ervaren dat je jezelf kunt verliezen bij iets dat mooi of bijzonder is. Dat, zegt Inayat Khan, is de kern van wat bidden is. Bidden is niet het bewerken van een verre god om iets gedaan te krijgen. Bidden is ten diepste het bewerken van jezelf om je ego te kunnen verliezen in iets dat groter is: dat kan in schoonheid zijn, in liefde, in de ervaring dat alles één is, in een Godsideaal – het beeld dat we onszelf maken van God. De gebeden die Inayat Khan heeft doorgegeven in het universeel soefisme zijn daarop gericht.
De Ene
Wij worden omringd door veel pracht en grootsheid waarin we kunnen opgaan – de natuur, de hemel met zon, maan en sterren. Logisch, betoogt Inayat Khan, dat de mens in de loop van de geschiedenis dus aan veel van wat het heelal omvat goddelijke betekenis heeft gehecht. Nog afgezien van het feit dat veel verschijnselen wetenschappelijk te verklaren bleken en daardoor aan mystieke kracht inboetten, zijn er altijd mystici geweest die beseften dat niet de uiterlijke verschijnselen essentieel zijn maar de achterliggende kracht. Mystici van alle tijden hebben beseft dat de verschijnselen uitdrukking zijn van één ongedeeld bestaan: de Ene, God of welke naam je ook geeft aan dat wat is en waarbuiten niets bestaat.
Je daarvoor openstellen is bidden. Bidden is dus veeleer een houding dan een activiteit. En voorzover het een activiteit is, heeft die vooral effect op je eigen bestaan. Door te bidden laat je je begrensde ego voor wat het is, je opent je hart en maakt ruimte voor inspiratie.
Vijf aspecten van gebed
Inayat Khan onderscheidde vijf kanten aan bidden, vijf houdingen die wij bij bidden kunnen aannemen. Allereerst dankbaarheid voor alles wat wij krijgen. Op de tweede plaats spijt over onze tekortkomingen; en als we daarvoor de verantwoordelijkheid op ons nemen, kunnen we ook vragen om vergeving. Het verlangen, en het vragen om hulp om onze beperkingen te boven te komen is het derde aspect van bidden. Het vierde element dat een rol speelt is de volmaaktheid waarnaar wij verlangen. En tenslotte het belangrijkste aspect, dat alles als het ware overkoepelt, is het besef dat bidder, gebed en aanbedene één zijn. Het besef dat ook jij deel uitmaakt van de Eenheid waarbuiten niets anders bestaat. Dat je, zoals sommige religies poëtisch uitdrukken, kind van God bent en deelt in dat ene Licht. Bidden is ten diepste je bewust toekeren naar dat Licht.
Gebeden
Doordat de wereld zoveel verschillende tijden en culturen heeft gekend, zijn er veel verschillende gebeden en manieren van bidden ontwikkeld, aldus Inayat Khan. Zelf liet hij diverse gebeden na waarmee wij kunnen uitstijgen boven al die verschillen. In die gebeden zijn weliswaar elementen te herkennen van diverse religies, maar juist door deze te combineren heeft Inayat Khan de gebeden een universele strekking gegeven. Ze reiken ‘naar de Ene’, zoals de eerste woorden luiden van het eerste gebed, de ‘aanroep’. Naast deze aanroep zijn drie gebeden het meest gangbaar in het soefisme. Met islamitische namen worden ze Saum, Salaat en Khatoem genoemd.
Het gebed Saum is sterk gericht op de persoonlijke relatie van de bidder met ‘het Enige Wezen’, de alomtegenwoordige, alles doordringende en almachtige God.
Het gebed Salaat staat in het teken van de goddelijke geest die leven geeft en inspiratie. Dit gebed bezingt de liefde die we in alle wezens om ons heen kunnen ontwaren. Het geeft ook uiting aan dankbaarheid voor alle profeten, die als boodschappers van de geest hebben getuigd.
Het gebed Khatoem is het meest naar binnen gericht: het vraagt om licht voor onze ziel, om inzicht in ons bestaan en de goddelijke goedheid om uit te stijgen boven alle scheidslijnen die de mensheid verdelen.