Soefisme
De ziel van de mens is louter geluk. Dat ontdek je als je het ritme en de ‘toon’ van je leven daarop afstemt. Zo helpt het soefisme om ruimte te scheppen voor het licht van je ziel. Het wordt universeel genoemd omdat de Indiase grondlegger ervan, Hazrat Inayat Khan, de oude wijsheid van het soefisme heeft gemoderniseerd en afgestemd op het westerse leven. Het spoort aan tot zelfkennis, een bewust samenleven met je naasten en zorg voor het aardse bestaan. Soefisme biedt inzicht in de betekenis van de reis van de ziel door ruimte en tijd. Het kan religieuze ervaringen verdiepen tot een mystiek die voorbij grenzen van dogma’s en voorschriften gaat. Dit is kort samengevat in een brochure over soefisme. Klik hier om dit boekje met de nodige basale informatie te downloaden.
De drie doelstellingen
Het verwezenlijken en verspreiden van de kennis van eenheid, de godsdienst van liefde en wijsheid, zodat de vooroordelen van geloofsrichtingen en overtuigingen vanzelf zullen wegvallen, het menselijk hart vervuld is van liefde, en alle haat die door onderscheid en verschillen wordt veroorzaakt, kan worden uitgeroeid.
Het ontdekken van het licht en de kracht die in de mens verborgen zijn, het ontdekken van het geheim van iedere godsdienst, van de kracht van de mystiek en de kern van de wijsbegeerte, zonder in te grijpen in bestaande gewoonten en geloofsovertuigingen.
Mee te helpen om de twee tegengestelde polen van de wereld - het Oosten en het Westen - dichter tot elkaar te brengen door uitwisseling van gedachten en idealen, opdat de universele broeder/zusterschap vanzelf kan ontstaan en de mens zijn medemens kan ontmoeten, voorbij de enge grenzen van natie en ras.
Tien denkbeelden
De tien soefi-gedachten drukken de grondslag uit van het universeel soefisme. Ze zijn meer dan honderd jaar geleden geformuleerd in een taal die we nu afstandelijk vinden. Als je de moeite neemt er nader bij stil te staan, kunnen ze helpen richting te geven aan je leven. Een leven dat van een onvoorstelbare onbegrensdheid en schoonheid is, in een alomvattende Eenheid.
- Er is één God, de eeuwige, het enige Wezen; niets anders bestaat dan God.
- Er is één Meester, de leidende geest van alle zielen, die voortdurend alle volgelingen naar het licht voert.
- Er is één heilig boek, het heilige boek van de natuur, dat waarlijk alle lezers kan verlichten.
- Er is één religie, de onafgebroken voortgang in de richting van het ideaal dat het levensdoel van iedere ziel vervult
- Er is één wet, de wet van wederkerigheid, die kan worden nageleefd door een onzelfzuchtig geweten tezamen met een ontwaakt rechtvaardigheidsgevoel.
- Er is één broederschap, de menselijke broeder- en zusterschap die de kinderen van de aarde zonder onderscheid verenigt in het ouderschap van God.
- Er is één moreel uitgangspunt, de liefde die voortkomt uit zelfverloochening en opbloeit in goede daden.
- Er is één object van verheerlijking, de schoonheid die het hart van de vereerder door alles heen opheft van het geziene naar het ongeziene.
- Er is één waarheid, de ware kennis van ons innerlijke en uiterlijke wezen, die de essentie is van alle wijsheid.
- Er is één pad, de uitwissing van het onware in het ware ego, die de mens leidt naar onsterfelijkheid, waarin alle volmaaktheid te vinden is.
Het soefisymbool
Het symbool van de Soefi Beweging is een hart met vleugels. Het hart is de verbinding tussen ziel en lichaam, een medium tussen geest en stof. De vleugels staan voor de gelijkmoedigheid en onafhankelijkheid waarmee we uit kunnen stijgen boven alle aardse verschillen om tot eenheid te komen. De wassende maan in het hart staat voor de ontvankelijkheid van het hart - zoals de maan het licht van de zon weerkaatst. De ster met de vijf punten verwijst naar onze essentie, die omschreven kan worden als een goddelijke vonk. Als je hart ontvankelijk is voor dat licht, wordt het bevrijd.
Gebeden
Een toelichting op de meest gebruikte gebeden en de gebeden zelf vind je hier.
-
Er is een God, de Eeuwige, het Enige Wezen; geen ander bestaat dan God.
-
Er is een Meester, de Geest van Leiding van alle zielen, die voortdurend alle volgelingen naar het licht leidt.
-
Er is een heilig boek, het geheiligde manuscript van de natuur, dat waarlijk alle lezers verlicht.
-
Er is een religie, de onwankelbare vooruitgang in de juiste richting naar het ideaal, dat het levensdoel van iedere ziel vervult.
-
Er is een wet, de wet van wederkerigheid, die kan worden waargenomen door een zelfloos geweten dat gepaard gaat aan een ontwikkeld gevoel voor rechtvaardigheid.
-
Er is een menselijke broederschap, de broeder- en zusterschap die de kinderen van de aarde zonder onderscheid met elkaar verbindt in het vaderschap van God
-
Er is een moreel principe, de liefde die opwelt uit zelfverloochening en opbloeit in weldadigheid.
-
Er is een object van lof, de schoonheid die het hart verheft van degene die schoonheid aanbidt door alle aspecten heen van het geziene tot het ongeziene.
-
Er is een waarheid, de ware kennis van ons innerlijk- en ons uiterlijk wezen die de essentie is van alle wijsheid.
-
Er is een pad, de vernietiging van het onwerkelijke ego in het werkelijke, die de sterveling verheft tot onsterfelijkheid, en waarin alle volmaaktheid gelegen is.
Drie Doeleinden
Het bewust worden en verspreiden van de kennis van eenheid, de religie van liefde en wijsheid, zodat het wanbegrip tussen religieuze en levensovertuigingen vanzelf verdwijnt, het menselijk hart kan overvloeien van liefde, en alle haat die door onderscheid en verschil wordt veroorzaakt uitgeroeid moge worden.
Het ontdekken van het licht en de kracht die latent in de mensen aanwezig zijn; van het geheim van alle religie, van de kracht van de mystiek, en van het wezen van filosofie, zonder inmenging in bestaande gewoontes en opvattingen.
Hulp bieden bij het nader tot elkaar brengen van de twee tegengestelde polen van de wereld, Oost en West, door de uitwisseling van gedachten en idealen, zodat de universele broederschap vanzelf tot stand komt, en ontmoeting van mens tot mens kan plaatsvinden, buiten de nauwe grenzen van nationaliteit en ras.
[/html]
Ontleren en ondervinden
“Het is heel moeilijk om te vergeten wat je eens hebt geleerd. Leren is één ding, en ont-leren een ander. Het proces van wat je spiritueel wilt bereiken gaat door middel van ont-leren.”
Vasthouden aan bepaalde vormen en ideeën ziet Inayat Khan als groot gevaar voor elke zoeker op het spirituele pad, en hun organisaties. “Je zou kunnen denken dat allen die in God, in de waarheid en in het hiernamaals geloven, beter zouden zijn dan de ongelovigen. Maar in werkelijkheid zijn ze slechter, omdat ze hun voeten met hun geloof hebben vastgenageld.” Het is water dat niet meer stroomt.
Loskomen van je eigen overtuigingen is de eerste stap die nodig is. Dat “ont-leren” begint met je te verplaatsen in het standpunt van anderen. De tweede stap is het goede te zien in het slechte, en omgekeerd. “Je moet de pijn in het plezier kunnen zien en het plezier in de pijn, de winst in het verlies en het verlies in de winst. Dan kun je de vijand in de vriend zien en de vriend in de vijand.” Tegenstellingen blokkeren de geest, daarom moet je erboven uitstijgen. De volgende stappen zijn je geest zuiveren van de illusie van het onware ego waarmee we ons vereenzelvigen, en van vormen. Je moet leren het abstracte te ervaren. “Zelfs zulke dingen als feeën en geesten en engelen worden, zo gauw ze genoemd worden, in een bepaalde vorm voorgesteld. Dit is een hinderpaal voor het ervaren van de aanwezigheid van het vormloze”, waarschuwt Inayat Khan. Als we er vervolgens in slagen onze geest tot rust te brengen, dan zijn we zover dat we onze hartkwaliteit kunnen cultiveren. En dat resulteert in wat Inayat Khan noemt “spirituele bereiking”. Dan ontdekken we dat grenzeloos geluk ons geboorterecht is; uit die bron zijn wij voortgekomen.
Dat besef van geluk geeft een lichte toets aan alles wat Inayat Khan ons voorhoudt. Omdat het pad naar dat geluk voor iedereen anders is, geeft hij ook geen voorschriften. Inayat Khan kon tegengestelde antwoorden geven op ogenschijnlijk dezelfde vragen, afhankelijk van wie de vraag stelde. Hij vond ook dat mensen niet afhankelijk moesten zijn van zijn woorden, want “zelfverwerkelijking is het doel”. Toen hij in 1926 terugreisde naar India moest men hem eenvoudigweg herinneren “als een goede vriend”. Eerder al had hij eens gezegd: “Neem van deze ideeën wat u het beste toeschijnt, en vergeet de rest.” Want boven alles is het soefi-pad een pad van eigen ondervinding.
Bronnen: Soefisme, de religie van het hart, hoofdst 6 (Witteveen / de Caluwé). Keesing: Antwoorden van Inayat, hoofdst 1.
Ritme, toon, gezondheid
“Ziekte is een disharmonie – een fysieke of psychische disharmonie – het ene heeft invloed op het andere. Wat veroorzaakt disharmonie? Gebrek aan toon en ritme.”
Onze toon is onze adem, de energie die door ons hele lichaam heen gaat. Ritme is onze hartslag. Het geheim van gezondheid is om ons door de schokken van het leven zogezegd niet van de wijs te laten brengen. Daarbij weerspiegelt het lichaam zijn conditie op de psyche, en weerspiegelt de psyche haar harmonie of disharmonie op het lichaam.
“Zorg hebben voor je gezondheid is het meest religieuze dat er is, omdat gezondheid van lichaam en geest je in staat stelt God en je medemensen te dienen. Je moet denken: ‘Ik kom uit een volmaakte bron en heb een volmaakt doel voor ogen. Het licht van het volmaakte Wezen is ontstoken in mijn ziel. Ik leef, beweeg en heb mijn wezen in God. En niets ter wereld, in heden of verleden, heeft de macht mij te raken als ik boven alles uitrijs.’ Deze gedachte zal je doen uitstijgen boven invloeden van disharmonie en verstoring en je brengen tot het genieten van de grootste zegen in het leven, en dat is gezondheid.” Ook genezing hangt volgens Inayat Khan vooral af van de kracht van deze overtuiging.
“Mystici hebben aangetoond dat ze niet alleen de macht hebben om te genezen, maar dat zelfs de dood voor hen staat als een gehoorzame dienaar. De dood is voor hen niet een agent die arresteert en je meeneemt als de tijd gekomen is; de dood is voor hen een kruier die op reis voor hen de bagage draagt.”
Achtergrond is dat onze ziel in dit leven op doorreis is, en deel uitmaakt van een groter geheel. “Het Absolute leven, waaruit alles is voortgekomen, is een geluidloos, bewegingloos en eeuwig leven. Iedere beweging die van dit geluidloze leven uitgaat, is een trilling”, houdt Inayat Khan ons voor en vergelijkt het universum met een symfonie waarin ieder individu één noot is. “De mens, die het universum in het klein is, dient dezelfde harmonie te laten zien. In zijn pulseren, in zijn hartslag en in zijn vibreren laat hij ritme en toon zien.” Verstoring daarvan ervaren wij als ziekte.
Bron: Soefisme, de religie van het hart, hoofdst 7 (Witteveen / de Caluwé). Inayat Khan: De mysterie van het geluid.
Vervolg: Ontleren en ondervinden
Samenleven
“Goede daden gaan geen van alle ooit verloren. Zelfs als iemand onze liefde, vriendelijkheid en genade onwaardig blijkt te zijn, hoef je niet teleurgesteld te zijn. Als we beseffen dat alle leven één is, zien we dat we aan dát leven onze liefde, vriendelijkheid en genade schenken.”
Wie beseft dat alle manifestaties één leven vormen ervaart dat we zonder het geluk van onze medemensen zelf niet gelukkig kunnen zijn. Ook de slechte dingen die we anderen aandoen zullen op onszelf terugslaan. Op weg naar dat bewustzijn onderscheidt Inayat Khan drie stadia:
“Het eerste stadium is de moraal van wederkerigheid. Deze moraal is natuurlijk voor wie het verschil ziet tussen zichzelf en de ander. Het tweede stadium is de wet van goede werken, waar de mens, die zichzelf herkent als een entiteit gescheiden van anderen, toch een verbinding ziet lopen door hemzelf en alles heen. Hij beantwoordt goed met goed en kwaad met goed. Het derde stadium is de moraal van het afstand doen, waar het verschil tussen ‘mijn’ en ‘dijn’ en het onderscheid tussen ‘ik’ en ‘jij’ verdwijnen in de verwerkelijking van het ene Leven dat binnen en buiten is, onder en boven.”
Deze ontwikkeling moet op natuurlijke wijze uit onszelf komen. Wie alleen goed doet omdat wet of gewoonte dat voorschrijven, wie zich beter voordoet dan die is, berokkent schade. “Naastenliefde begint thuis. Het is onze plicht voor onze familie te zorgen. Vandaaruit moeten we onze sympathie uitbreiden. Beperken we onze sympathie tot onze kleine kring, dan komen we misschien nooit verder in het leven. Toch is dat nog beter dan ruimdenkendheid waarbij men een buitenstaander begunstigt en zijn verwanten veronachtzaamt en tekortdoet. Dan wordt het een vloek in plaats van een zegen.”
Zo doende leert het leven ons afstand te doen van alles. “Uit het feit dat de mens alleen en zonder iets te bezitten op aarde kwam, volgt dat hij aan het eind van deze reis weer alleen naar zijn bestemming moet gaan. Aangezien in werkelijkheid niets en niemand hem toebehoort, moet alles hem op zekere tijd ontvallen.” Vrijwillig afstand kunnen doen bespaart ons de last dat ooit gedwongen en tegen onze wil te moeten doen.
Bron: Soefisme, de religie van het hart, hoofdst 10 (Witteveen / de Caluwé). Inayat Khan: Morele evolutie
Vervolg: Ritme, toon,gezondheid
Bouwen aan je karakter
“Mens zijn is één ding; een persoon zijn is een ander ding: iemand zijn door de individualiteit te voltooien waarin het doel van je komst op aarde verscholen ligt. Je aard is aangeboren, je karakter wordt gevormd, je persoonlijkheid ontwikkel je.”
Veel uitspraken van Inayat Khan zetten ons met beide voeten op de aarde. Hier moeten wij realiseren wie wij werkelijk zijn. Bij onze geboorte kwam onze psyche uit de sferen van engelen en djinns, verbond zich met ons lichaam en vereenzelvigde zich daar ook sterk mee. De psyche kan scheppen en vernietigen. Geen gedachte gaat ooit verloren. Daarom ben je niet alleen verantwoordelijk voor je daden maar ook voor je gedachten. “Het is geen overdrijving de psyche een wereld te noemen. Het is de wereld die de mens maakt, waarin hij zijn leven in het hiernamaals zal opbouwen, zoals een spin haar web weeft om in te wonen.”
De psyche heeft vijf aspecten: het denkvermogen dat gedachten en beelden schept, het geheugen, de wil, de rede (oordeelsvermogen) en het ego. Inayat Khan noemt dit de oppervlakte van het hart. In de diepte van het hart schijnt het licht van de ziel. De waarde van het geestelijk pad is dat de ziel wordt getraind zich niet door de psyche te laten bezitten maar háár te bezitten en er meester over te worden. Je moet daartoe bouwen aan je karakter en persoonlijkheid, zoals aan een kunstwerk.
“Het leven is een voortdurende strijd. Het eerst noodzakelijke is om voorlopig vrede te sluiten met de uiterlijke wereld, teneinde je voor te bereiden op de oorlog die binnen in je uitgevochten moet worden.” Door oefeningen kun je meesterschap over jezelf bereiken. Dat is niet een kwestie van dwang of geweld. Kenmerkend voor het universeel soefisme is mildheid en evenwicht. Ieder volgt naar vermogen, in vrijheid, het eigen pad. Inayat Khan: “Hoe kan bewustzijn worden bereikt? Eerst moet de mens zichzelf analyseren en uitvinden waaruit hij is samengesteld. Uit geest en materie. Uit het mineralenrijk, het plantenrijk en het dierenrijk, de djinn en de engel. Het is zijn werk dit alles in evenwicht te brengen.“
Bron: Soefisme, de religie van het hart, hoofdst 5 en 11 (Witteveen / de Caluwé). Inayat Khan, Nirtan 303
Vervolg: Samenleven