header

Soefi Beweging Nederland

dansende-manOntleren en ondervinden

“Het is heel moeilijk om te vergeten wat je eens hebt geleerd. Leren is één ding, en ont-leren een ander. Het proces van wat je spiritueel wilt bereiken gaat door middel van ont-leren.”

Vasthouden aan bepaalde vormen en ideeën ziet Inayat Khan als groot gevaar voor elke zoeker op het spirituele pad, en hun organisaties. “Je zou kunnen denken dat allen die in God, in de waarheid en in het hiernamaals geloven, beter zouden zijn dan de ongelovigen. Maar in werkelijkheid zijn ze slechter, omdat ze hun voeten met hun geloof hebben vastgenageld.” Het is water dat niet meer stroomt.

Loskomen van je eigen overtuigingen is de eerste stap die nodig is. Dat “ont-leren” begint met je te verplaatsen in het standpunt van anderen. De tweede stap is het goede te zien in het slechte, en omgekeerd. “Je moet de pijn in het plezier kunnen zien en het plezier in de pijn, de winst in het verlies en het verlies in de winst. Dan kun je de vijand in de vriend zien en de vriend in de vijand.” Tegenstellingen blokkeren de geest, daarom moet je erboven uitstijgen. De volgende stappen zijn je geest zuiveren van de illusie van het onware ego waarmee we ons vereenzelvigen, en van vormen. Je moet leren het abstracte te ervaren. “Zelfs zulke dingen als feeën en geesten en engelen worden, zo gauw ze genoemd worden, in een bepaalde vorm voorgesteld. Dit is een hinderpaal voor het ervaren van de aanwezigheid van het vormloze”, waarschuwt Inayat Khan. Als we er vervolgens in slagen onze geest tot rust te brengen, dan zijn we zover dat we onze hartkwaliteit kunnen cultiveren. En dat resulteert in wat Inayat Khan noemt “spirituele bereiking”. Dan ontdekken we dat grenzeloos geluk ons geboorterecht is; uit die bron zijn wij voortgekomen.

Dat besef van geluk geeft een lichte toets aan alles wat Inayat Khan ons voorhoudt. Omdat het pad naar dat geluk voor iedereen anders is, geeft hij ook geen voorschriften. Inayat Khan kon tegengestelde antwoorden geven op ogenschijnlijk dezelfde vragen, afhankelijk van wie de vraag stelde. Hij vond ook dat mensen niet afhankelijk moesten zijn van zijn woorden, want “zelfverwerkelijking is het doel”. Toen hij in 1926 terugreisde naar India moest men hem eenvoudigweg herinneren “als een goede vriend”. Eerder al had hij eens gezegd: “Neem van deze ideeën wat u het beste toeschijnt, en vergeet de rest.” Want boven alles is het soefi-pad een pad van eigen ondervinding.

Bronnen: Soefisme, de religie van het hart, hoofdst 6 (Witteveen / de Caluwé). Keesing: Antwoorden van Inayat, hoofdst 1.